OLIEBOL OP DE VERKOEVERKAMER
Op de valreep van het oude jaar werd ik gebeld. Er was iemand uitgevallen dus er was een plekje vrijgekomen. Of ik nog even geopereerd wilde worden? Ik stond al weken op de wachtlijst, dus vooruit dan maar. Het was wel onzeker wanneer ik naar huis zou mogen en of ik Oud en Nieuw in het ziekenhuis of thuis zou moeten doorbrengen, maar de ziekenhuisfabriek moest natuurlijk ook door. Met m’n koffertje en daarin de nog gauw door mijn echtgenote verstelde badjas op maandag met de sneltram naar het lokale ziekenhuis. Even zoeken en daar lag ik dan in m’n operatiehemd tussen een paar andere oude lullen met vergelijkbare problemen – dan weet u meteen in welke categorie u de aandoening moet zoeken. Het duurde even, de operatie van de buurman schuin tegenover mij was nogal uitgelopen omdat er tijdens de operatie complicaties waren opgetreden, maar toen was het mijn beurt.
Het blijft altijd een indrukwekkend gebeuren, zo’n operatie. Ik kan het niet anders zien dan een vorm van topsport; professionele samenwerking op het hoogste niveau. Je ziet in no-time een keur van mensen, verplegers en artsen die allemaal in zeer korte tijd vragen stellen, handelingen verrichten en dan is het zo ver. De gang van het ziekenhuisbed naar de ruimte voor de voorbereiding, de controlehandelingen, de vragen (bent u het echt, meneer van den Berg?), de anesthesist en haar assistent, daarna de OK-verpleegkundigen op de operatiekamer en hup! op de operatietafel. Tot slot verschijnt de specialist, dit keer bijna onherkenbaar want hygiënisch verpakt in steriele kleding. En dan ben je weg.
Meneer van den Berg! Meneer van den Berg! Wakker worden met een waterijsje. Een beetje duf onderging ik wederom de zoveelste controlehandelingen. De andere patienten mochten de één na de ander weer naar de verpleegafdeling en zo lag ik nog een tijdje te mijmeren– ik was blijkbaar de laatst geopereerde. De nog aanwezige verplegers maakten een beetje lol met elkaar zo op de één na laatste dag van het jaar en haalden oliebollen. Wilt u er ook één? Ja hoor, dat wilde ik wel. Het was de eerste keer van mijn leven (en vermoedelijk ook de laatste keer) dat ik een oliebol op de verkoeverkamer van een ziekenhuis heb gegeten.
Na de oliebol (mèt poedersuiker) mocht ik weer naar de verpleegafdeling. Ook daar was het weer petje af voor de verpleegsters, al is het natuurlijk altijd zo dat de ene net wat meer wil doen dan de ander; je hebt er die precies doen wat nodig is en je hebt de schatten die ook nog wel even een andere deken (want vies) willen pakken of na het ‘moment suprême’ je urinaal willen legen. Maar geen gezeur. Ook nu was ik de laatste die weg mocht, nog net voor Oud en Nieuw. De buurman schuin tegenover moest helaas nog een nachtje blijven wachten – hij deed er niet moeilijk over en zijn kinderen en kleinkinderen kwamen langs.
De pijn en het gedoe naderhand – het is gewoon een kwestie van accepteren en ik genoot van het soupertje ’s avonds, samengesteld door mijn dochter met kwaliteitsculinaria uit diverse delicatesse-zaken. Een voorspoedig verlopen operatie en een lichte maaltijd – het zijn zaken om dankbaar voor te zijn en mijn gedachten gingen uit naar de kinderen van Gaza. Het verschil met hen kan niet groter zijn en of het toeval was of niet – ik werd door Pieter Derks tijdens de oudejaarsconference met zijn lied over Hind Rajab op mijn wenken bediend.Commentaar overbodig.
2-1-2025
- Posted in: Geen categorie