Herr Sauerkraut Neckermann
Ze kwam uit Argentinië en het vooroordeel werd meteen bevestigd. Toen ze vijftien werd had ze van haar ouders een neuscorrectie cadeau gekregen, en het moet gezegd, het zag er fraai uit. Overigens nog heel beschaafd, zo’n neuscorrectie als cadeau op je vijftiende, want meestal gaat het om borstvergrotingen. Maar afgezien van dit typisch Argentijnse detail was de vriendschap hartelijk en kon er op intellectueel niveau gepraat en gekletst worden. Natuurlijk kwamen ook de vooroordelen tegen Nederland en de Nederlanders regelmatig aan bod: de grote bek, het matige eten (even de prak naar binnen proppen), alles geprogrammeerd, de mannen mietjes en vrouwen die als koeien kinderen krijgen (stel je toch eens voor dat je geen pijn zou hebben). Nee, ze was blij dat ze haar eerste kind in een goed geoutilleerd ziekenhuis in Argentinië zou baren. Gegarandeerd een ruggeprik en geen primitief gedoe in huis.
Vooroordelen. Zijn ze waar? Mwah, waar rook is, is vuur, zou je kunnen zeggen. Je hebt een onuitgesproken vooroordeel en als je dan in een bepaald land bent of je komt iemand uit dat land tegen, dan zoek je meteen iets dat dat vooroordeel bevestigt, vaak zonder het te beseffen. En dus zijn alle Russen criminelen, Duitsers dikke worsteters, maar wel heel pünktlich, de Amerikanen nog dikker, Fransen arrogant, in Spanje is het mañana, en probeer maar eens een Belg tegen te komen die niet een beetje raar is. Geert Wilders had dit goed begrepen en dus was het een eitje om met een Polenmeldpunt te komen. Zo kennen we er nog wel een paar. Meldpunten voor lallende en dronken Britse toeristen, overlastgevende Russische patjepeeërs, piesende toeristen in de Amsterdamse binnenstad of Nederlandse hoofddoekjesdragers met een grote mond: roept u maar!
En toch, denkt menigeen, is het soms niet toch een beetje waar? Wat in ieder geval wel waar is, is dat vooroordelen ook wel eens niet waar zijn, simpelweg omdat het vooroordeel slechts een deel van de bevolking of groep betreft. Jarenlang was ik er trots op het Duitsland van Bildung en Bürgerlichkeit te mogen leren kennen. Ik had deelgenomen aan vrijwilligerskampen in antroposofische kindertehuizen en bezocht later in een andere constellatie mede-studenten in Hamburg en Oost-Duitsland. Literatuur, filosofie, theater, veel gediscussieer en lekker (biologisch verantwoord) eten. In Nederland werd ik altijd nijdig als de Duitsland-haat, ingegeven door Wereldoorlog II en natuurlijk het vermaledijde voetbal, weer eens de kop op stak. Want Duitsers waren meestal aardig, ze hielden van die Niederlande en Berlijn was een hippe stad. En dan omgekeerd. Op de Vlaamse zender zag ik een programma over het beste lamsvlees, en de presentator kon het echt niet verkroppen dat het beste lamsvlees toch echt van Texels lam afkomstig was. Nee, dat kon niet en al gauw werd er geschakeld naar de één of andere particulier in West-Vlaanderen die er zelf een paar lammeren op na hield en het vlees aan de lokale slager verkocht. Was bijna toch lekkerder dan Texels lam. Om nog maar te zwijgen van de Brusselse restauranteigenaar die besliste dat het enige lekkere eten uit Nederland Zeeuwse mosselen betrof en vooruit, een uitsmijter een enkele keer, waarom niet? Nederland en lekker eten bestaat niet als we de smaakpapillen van een Belg moeten geloven.
Het langzaam afbreken van vooroordelen gaat langzaam, maar soms zijn ze waar. Ooit stapte er een Duitser uit een vliegtuigje in de Sinaï woestijn om samen met ons reisclubje een tocht te maken en het vooroordeel was waarheid: dik, om niet te zeggen blubberig, en dat woestijneten bliefde meneer niet, en dus deed hij nog maar eens flink wat zuurkool op z’n worstje. De schnaps die hij in kleine flesjes had meegenomen deelde hij ruiterlijk rond, dat dan weer wel. Maar Herr Sauerkraut Neckermann was geboren.
Inmiddels weten een hoop Nederlanders dat Berlijn een hippe stad is, dat je in Frankrijk pizza kunt eten en de infrastuctuur in Spanje fantastisch is. Maar soms hé? Hij liep verdwaasd rond, op Schiphol. Een beetje dik, kaki-kleurig reishemd, witte varkenskop (met permissie), bezweet voorhoofd. Ken joe telll me where I ken vaind ze poliez? ‘Die Polizei ist drüben,’ antwoordde ik. Ik had met hem te doen, want hij was gerold. ‘Vielen Dank,’ antwoordde hij en sjokte unheimisch over Schiphol Plaza. Maar de gedachte dat ze juist hem hadden gepakt, omdat hij zo typisch Deutsch was, kon ik niet onderdrukken. Typisch, spreek uit tuupiesj.
- Posted in: Geen categorie