Carmiggeltmannetje

De mooie Carice van Houten heeft gisteren de sleutel van het Glazen Huis omgedraaid. Drie discjockeys laten zich een aantal dagen en nachten opsluiten om continu, zonder te eten, en nauwelijks te slapen, verzoeknummers te draaien voor het goede doel. Dit keer gaat het om een actie van het Rode Kruis om babysterfte te voorkomen.

Fantastisch. Geweldig. Maar ik doe niet mee. Waarom? Omdat het niet nodig is. Dat vergt enige uitleg. Als er een schoolkind koekjes heeft gebakken en voor m’n snufferd staat om wat van die koekjes te verkopen ten behoeve van de actie in het Glazen Huis, zal ik graag een paar koekjes kopen. En als ze met een collectebus voor m’n deur staan, wil ik er wel wat munten in deponeren. Maar meer ook niet.

Vroeger werden bij ons thuis met de regelmaat van de klok tientallen collectebussen afgeleverd. M’n moeder zaliger mag van Onze Lieve Heer in de hemel honderd paar schoenen, en nog meer uitzoeken omdat ze zich de blaren heeft gelopen voor het goede doel. Het Koningin Wilhelmina Fonds (kanker), het Rheumafonds, het Gehandicapte Kind, het PIT (voor protestantse militairen), de Hartstichting, je kunt het zo gek niet noemen of m’n moeder ging op pad, en wij moesten mee. Hoe zwaar is jouw bus? werd er na afloop dan gevraagd. Veel losse centen betekende een zware bus, briefjes werden er in die tijd nog nauwelijks in de bussen gedeponeerd. Dat gebeurde wel als er met lijsten werd gelopen, bijvoorbeeld voor de Unie School en Evangelie. Want, zo was de filosofie, als de buren een gulden hadden gegeven gaf jij als gauw een rijksdaalder. Een rijksdaalder was een viezig, want veel gebruikt, blauwgrijs biljet van twee gulden vijftig.

Er wordt nog steeds gecollecteerd, maar het is niet meer te vergelijken met vroeger. Hele buurten worden tegenwoordig overgeslagen, simpelweg omdat er te weinig collectanten zijn. Maar ook omdat mensen minder geneigd zijn ’s avonds de deur open te doen. En het mannetje dat zo leek weg te zijn gelopen uit een verhaal van Simon Carmiggelt, een wat ouder figuur met een broek op hoog water, jas met glimmende kraag en bril anno 1938, die in een winkelcentrum met een  collectebus voor het Rode Kruis staat te rammelen, is echt uit het straatbeeld verdwenen.

Maar geld voor het goede doel bleef nodig. Dus na alle brieven die aan alle doelgroepen werden verzonden, de landelijke TV acties en de bedrijven die ook wel iets wilden doen, was het tijd voor de Bekende Nederlander. Eureka. Dat kwam mooi uit, want als Bekende Nederlander wil je je natuurlijk ook van je beste kant laten zien. Het Goede Doel als verlengstuk van je PR. En dus zien we Frits Wester in de weer met Stichting Hulphond, Nick en Simon voor Edukans (voorheen School en Evangelie) en draait de mooie Carice de sleutel om van de deur van het Glazen Huis. Maar Carice zal er geen mascaraborsteltje minder om kopen.

En die babysterfte dan? Daar moet wat aan gedaan worden. Maar ik kies met mijn zeer bescheiden budget voor dat kleine goede doel, dat geen PR-machine tot z’n beschikking heeft. En al helemaal geen CBF-keurmerk.

Leave Your Comment

Your email will not be published or shared. Required fields are marked *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>

*