Nelson Mandela en Martin Luther King

Nelson Mandela, wereldheld, ikoon van de strijd tegen racisme en uitbuiting, is niet meer. Maar waarom was hij eigenlijk een held? De vraag stellen is hem beantwoorden, zal iedereen zeggen. ‘Iemand die zo lang gevangen zat voor een rechtvaardige strijd en niet verbitterd werd, maar na zijn vrijlating verzoening predikte, ja die is een held.’ Toch is dat niet helemaal waar. Want vergeten wordt dat geschiedenis een open proces is en dat veel helden in de anonimiteit van de geschiedenis verdwijnen. Waarom werd Nelson Mandela de onbetwiste leider van de strijd tegen de Apartheid in Zuid-Afrika, en niet Oliver Tambo? Of Walter Sisulu? Dat was lang niet altijd duidelijk. Het vliegveld bij Johannesburg, eerder genoemd naar de politicus Smuts, die kritisch was over de racistische politiek van de Boeren, gevierd generaal in de Eerste Wereldoorlog en belangrijk beïnvloeder van Winston Churchill aangaande voedseldroppings in bezet Nederland, heet nu ‘Oliver Tambo International Airport.’ Ook Walter Sisulu wordt niet vergeten. Maar toch. Nelson Mandela. Hij is een ikoon in Zuid-Afrika en een ikoon in de wereld. De verleiding is groot om hem met een andere held uit de wereldgeschiedenis te vergelijken, namelijk Martin Luther King.

De overeenkomsten zijn opvallend. Ook van Martin Luther King was aanvankelijk lang niet altijd duidelijk dat hij dé leider van de strijd tegen segregatie en racisme in de Verenigde Staten zou worden. King en Mandela groeiden op als leden van een grote onderdrukte groep waarvan de meerderheid geen of slecht onderwijs genoot. Maar King kwam uit een geslacht van Baptistische dominees en studeerde aan twee universiteiten. Mandela kwam uit een adellijk geslacht en, hoewel met een omweg, wist hij toch zijn rechtenstudie af te maken. Beiden waren grote charmeurs die graag goed gekleed gingen. Van Martin Luther King is bekend dat hij regelmatig amoureuze affaires had. Ondanks dat had hij een redelijk goed huwelijksleven, in tegenstelling tot Nelson Mandela, die van zijn eerste vrouw scheidde omdat hij teveel met ‘de strijd’ bezig was en omdat zij hem tot de Jehova’s Getuigen zou willen bekeren. Maar succes bij de vrouwen hadden beiden, iets wat Martin Luther King bijna fataal werd, nadat J.Edgar Hoover, de chef van de FBI, een bandje had laten opnemen van een sexueel avontuur en dat bij echtgenote Coretta King liet bezorgen.
Een ander opvallende overeenkomst is het retorisch talent. Martin Luther King zal de geschiedenis ingaan als de man die het ‘I have a dream’ uitsprak tijdens de legendarische toespraak in 1963. Ook Nelson Mandela wist zijn gehoor te betoveren met zijn toespraken. ‘I admire you’, sprak hij op het Amsterdamse Leidseplein, om de Nederlanders te bedanken voor hun aandeel in de Anti-Apartheidsstrijd. Applaus was overal zijn deel.
Een andere opvallende overeenkomst is het feit, dat zowel de strijd van King als Mandela lang niet altijd als radicaal genoeg werd ervaren door de achterban. King werd te gematigd gevonden en wel eens voor ‘Uncle Tom’ uitgescholden. De studenten van het SNCC (‘Snick’) vervreemdden langzaam maar zeker van de beweging en Stokely Carmichael begon de Black Panther-beweging. Nelson Mandela en het ANC hadden grote problemen met de discussie rond de vraag of Indiërs en blanken ook tot de beweging konden behoren en zo scheidden de zwart-nationalisten van het PAC (Pan African Congress) zich af van het ANC.
Zowel King als Mandela werden flink tegengewerkt en bedreigd met de dood. Martin Luther King zat regelmatig in de gevangenis, Mandela zat jarenlang op Robbeneiland. Zolang beiden nog niet de massale aandacht van de pers hadden, konden de overheden hun gang gaan. Maar toen duidelijk werd – en hier is weer een belangrijke overeenkomst – dat er rekening met de leiders gehouden moest worden, begon het tij enigszins te keren. Toen Martin Luther King weer eens gevangen zat, belde zijn vrouw Coretta naar het verkiezingsteam van presidentskandidaat John F. Kennedy. Toen Kennedy in de gaten kreeg dat Coretta aan de lijn was, zou hij iets gezegd hebben in de trant van: ‘Geef die vrouw maar aan de lijn, het kan ons wel goed uitkomen.’ Goed uitkomen – John F. Kennedy had zwarte stemmen nodig en dus wilde hij Martin Luther King wel steunen, om puur opportunistische redenen. Want hij moest voorzichtig handelen om de blanke racisten in het zuiden niet te schofferen, die per slot van rekening traditioneel ook altijd op de Democratische Partij stemden. Bij Mandela begon een vergelijkbaar proces pas later. Toen de blanken van de Nasionale Partij in de gaten kregen dat er geen houden meer aan was – de economische situatie, het immense protest van de zwarten, de internationale druk en de populariteit van Mandela – moesten ze wel in gesprek met de leider. Maar denk maar niet dat Mandela meteen toehapte. Hij gaf niet gemakkelijk toe en werd uiteindelijk onvoorwaardelijk vrijgelaten. Ook Martin Luther King liet zich niet van de wijs brengen. Zijn mening over de oorlog in Vietnam werd uitgelegd als propaganda voor het communisme en algemeen wordt aangenomen dat hij daarom werd vermoord.

De levens van King en Mandela stonden beide in het teken van een jarenlange, taaie strijd waarvan beslist niet duidelijk was dat die op een gegeven moment succes kon opleveren. Beiden beleefden wel eens momenten van wanhoop, maar op een gegeven moment zaten ze zo diep in de organisatie dat ze gewoon niet anders meer konden. En dus gingen ze verder en groeiden ze uit tot ikonen van de strijd tegen racisme en onderdrukking. Wat leverde het op? Veel, heel veel, alleen is het niet altijd tastbaar. Maar zonder King geen Obama. En, zoals Obama weer zei over Mandela: ‘Zijn vrijlating deed mij beseffen hoeveel mensen kunnen bereiken als ze putten uit hoop en niet uit angst.’

Leave Your Comment

Your email will not be published or shared. Required fields are marked *

You may use these HTML tags and attributes: <a href="" title=""> <abbr title=""> <acronym title=""> <b> <blockquote cite=""> <cite> <code> <del datetime=""> <em> <i> <q cite=""> <s> <strike> <strong>

*